Frans Rappange leek ook de mogelijkheid te hebben om in één zet van Jesper
de Boer winnen:

Stelling na 29. ..., Le7, Frans speelt met wit.

Hij kon hier 30. Dg4  spelen. Deze zet leek in de analyse met Erik
Janssen gewonnen voor wit. Jesper zocht samen met Fritz een weerlegging en zij
vonden die: 30. ..., g6 31. Pxe6! xe6 32. Txe6 Tc6! 33. Pf6! Kf7 34. Pxe8 Txe6

met 2 pionnen tegen een paard en een loper voorstaat. De stelling oogt echter
remise.

Frans speelde echter Te3. Met nog 3 minuten op de klok voor 6 zetten wist
Frans het even later te presteren om door zijn vlag te gaan.

Dennis vd Beld kreeg een zeer fraaie stelling op het bord tegen Mels vd
Water. Het leek erop dat Dennis de wedstrijd al in het middenspel ging winnen.
Maar hij liet Mels ontglippen naar een toreneindspel (hij zal zelf echter zeggen
dat hij nog een toreneindspel wou oefenen. Het was namelijk spardag: de vrijdag
die een week voor een externe competitiewedstrijd is, heet spardag.). In dit
eindspel moest Dennis nog oppassen voor patgrappen. Maar die omzeilde hij
vakkundig en hij won vervolgens de partij.

Hans Galjé leek een makkelijke avond te hebben tegen Martin Oudejans, die
waarschijnlijk nog in een roes leefde na zijn promotie (gefeliciteerd Martin,
eindelijk een eigen vestiging!). Van de partij weet ik alleen dat Martin heel
lang nadacht en verloor.

Yuri Eijk liet Jan Michel zien hoe je een zwarte koningsstelling moet
opblazen. In de eindstelling had zwart alleen maar gaten om zijn koning.

Ap de Jonge die nog steeds goed op dreef is, schoof Remco in een stelling met
een vreselijke structuur. Wonder boven wonder hield Remco het hoofd boven water.
De eindstelling was een paard-dame eindspel waarin Ap een verre vrijpion had
maar niet verder kon komen.